Falklandoorlog: Zelfmoordmissie met oude kist | Historianet.nl

2022-06-24 18:13:51 By : Mr. Huailii Wen

Twee stokoude Britse bommenwerpers steken in 1982 de oceaan over met bestemming Falklandeilanden. Als ze de Argentijnse vliegbasis niet onbruikbaar maken, kan de oorlog op een ramp uitdraaien voor de Britten.

Twee stokoude Britse bommenwerpers steken in 1982 de oceaan over met bestemming Falklandeilanden. Als ze de Argentijnse vliegbasis niet onbruikbaar maken, kan de oorlog op een ramp uitdraaien voor de Britten.

De bommenwerper is pas net in de lucht als de bemanning een zwak gefluit hoort. De commandant van de missie, de piloot John Reeve, ziet de donkere oceaan onder hem als hij op zoek gaat naar de oorzaak van het onheilspellende geluid.

Samen met 12 andere vliegtuigen is de Avro Vulcan-bommenwerper van Reeve op 30 april 1982 opgestegen vanaf het eiland Ascension in de zuidelijke Atlantische Oceaan. Vanaf het afgelegen Britse eilandje moeten hij en de overige vier bemanningsleden 6000 kilometer afleggen boven open zee: de toestellen van de Royal Air Force zijn op weg naar de Falklandeilanden om de Argentijnse troepen aan te vallen die de eilandengroep hebben bezet.

Het gefluit zwelt aan. Een waarschuwingslampje geeft aan dat de cabinedruk daalt. De Vulcan vliegt met 1000 km/h als Reeve eindelijk de oorzaak achterhaalt: de lucht in de cabine stroomt naar buiten door een scheur in de rubberen rand van het zijraam.

Reeve probeert het gat te dichten met het plastic van zijn sandwich, maar dat werkt niet. Dan rolt hij een uniformjas op en drukt die tegen de ruit. De cabinedruk blijft echter dalen.

De Britse strategische bommenwerper Avro Vulcan was herkenbaar aan zijn grote deltavleugel. Groot-Brittannië bouwde er in totaal 136, maar in 1982 waren er nog maar weinig inzetbaar.

Als ze doorgaan, loopt de bemanning het risico om dood te vriezen of zonder zuurstof te komen zitten, dus Reeve heeft geen keus. Na vier minuten doorbreekt hij de radiostilte waaraan alle vliegtuigen zich moesten houden.

‘Keren terug naar de basis,’ meldt hij kortaf.

De Avro Vulcan is aan zijn pensioen toe en de RAF gebruikt het vliegtuigtype nauwelijks meer. Uit voorzorg hebben de Britten daarom twee exemplaren laten opstijgen, geëscorteerd door een zwerm tankvliegtuigen. Maar vanaf nu mag er niets meer misgaan, anders kan de Argentijnse vliegbasis bij Port Stanley niet gebombardeerd worden.

Het ziet er niet goed uit: Martin Withers, de piloot van de enige overgebleven bommenwerper, heeft snel moeten leren hoe hij kan bijtanken in de lucht – een uiterst lastige manoeuvre, zelfs bij kalm weer. Maar boven de oceaan kan het flink spoken.

Generaal Galtieri (1926-2003) leidde de Argentijnse militaire junta kortstondig.

Na een staatsgreep in 1976 regeerde het leger Argentinië met harde hand. Generaal Leopoldo Galtieri werd in december 1981 uitgeroepen tot de nieuwe leider, en vanaf dag één werd hij geconfronteerd met allerlei problemen.

De economie lag op z’n gat, en het militaire regime verloor met de dag aan populariteit. Galtieri wilde de Argentijnen iets geven om zich achter te scharen, en de herovering van de Falklandeilanden lag voor de hand.

Daarom gaf de dictator in het voorjaar van 1982 zijn troepen bevel de eilanden binnen te vallen. Ondersteund door amfibische pantservoertuigen landden 600 soldaten op 2 april op de rotsachtige eilanden, en geheel in lijn met de verwachting gaf het symbolische Britse legertje van 79 man zich na een kort vuurgevecht over.

Toen de Falklands waren gevallen, gingen miljoenen Argentijnen de straat op om de triomf te vieren, maar de vreugde sloeg om in bezorgdheid toen Groot-Brittannië een vloot naar het zuiden stuurde om de Argentijnen te verjagen.

Als Withers de Falklandeilanden al weet te bereiken, moet hij langs meerdere radargestuurde Argentijnse raketbatterijen zien te komen om de landingsbaan te kunnen bestoken.

De RAF schat de kans van slagen in op slechts 40 procent.

De Falklandeilanden waren al 148 jaar een twistpunt tussen Argentinië en Groot-Brittannië. Sinds Britse schepen de Zuid-Amerikanen in 1834 van de boomloze eilanden hadden verjaagd, droomden de Argentijnen van een herovering van de Islas Malvinas, zoals ze de Falklands noemen.

De eilandengroep ligt op zo’n 500 kilometer van de Argentijnse kust en meer dan 12.000 kilometer van Groot-Brittannië. De militaire junta van Argentinië wilde dit voordeel benutten.

Op 2 april 1982 bezetten Argentijnse troepen de Falklands. De junta had er niet op gerekend dat de Britten aan een kostbare en riskante oorlog zouden beginnen om een paar winderige rotsen terug te krijgen.

De Argentijnen hadden de vastberadenheid van de Britse premier Margaret Thatcher stevig onderschat.

127 Britse marinevaartuigen stoomden in april 1982 op naar het zuiden. Het RAF-bombardement moest voorkomen dat Argentijnse jagers het smaldeel vanaf een basis op de Falklandeilanden zouden aanvallen.

Premier Thatcher hamerde erop dat de eilanden Brits grondgebied waren en stuurde een slagvaardige vloot met twee vliegdekschepen naar de Falklandeilanden om de Argentijnen te verjagen.

De dreiging van het smaldeel was niet voldoende om de Argentijnen eieren voor hun geld te laten kiezen. Het werd oorlog.

Voordat de Britten troepen aan land konden zetten, moesten ze de Argentijnse luchtmacht uitschakelen. Vanaf de door de Britten gebouwde vliegbasis bij Port Stanley konden de Argentijnen de 7000 man sterke invasiemacht eenvoudig tot zinken brengen.

Daarom moest de startbaan worden verwoest. Dan konden de Harriers van de Britse vliegdekschepen zich concentreren op de vijanden verder landinwaarts.

De missie werd Operatie Black Buck gedoopt, en de RAF haalde de verouderde Vulcans van stal om de riskante actie uit te voeren. Die waren al in 1956 in dienst gekomen en hadden nog nooit aan een oorlog deelgenomen. 26 jaar later waren ze rijp voor het museum.

Vier toestellen werden gevechtsklaar gemaakt. De enige mogelijke uitvalsbasis was het eiland Ascension, dat bij de evenaar tussen Afrika en Zuid-Amerika ligt.

Hiervandaan was het ruim 6000 kilometer naar de Falklandeilanden, wat Operatie Black Buck tot de langste bombardementsmissie tot dan toe maakte. De Britten moesten creatief denken, want de Vulcans konden maar 4195 kilometer vliegen op één volle tank.

Er moest dus in de lucht worden bijgetankt, maar geen van de piloten had dat ooit eerder gedaan. Ze moesten dan ook in allerijl worden bijgeschoold. Normaal duurde dat maanden, maar de Vulcan-piloten hadden 14 dagen.

‘Het gerucht ging dat alleen jagerpiloten in staat waren om in de lucht bij te tanken, dus we dachten: “Kijk, dit is onze kans,”’ zei piloot Alastair Montgomery later.

Tussen Ascension en de Falklandeilanden moest de Vulcan acht uur lang over open zee vliegen voor hij bij Port Stanley aankwam.

Om in de lucht te kunnen bijtanken, moest een Vulcan-bommenwerper vlak achter een tankvliegtuig gaan vliegen, dat vervolgens een brandstofslang liet zakken naar de bommenwerper.

Aan het uiteinde van de slang zat een drogue, waar de Vulcan-piloot de probe van zijn slang in moest zien te krijgen terwijl beide toestellen met 900 km/h voortraasden. Een andere piloot legde uit:

‘Het is best goed te doen om het grote tankvliegtuig van achteren te naderen, maar om de probe in de drogue te krijgen is een ander verhaal.’

Alastair Montgomery vertelde over een van zijn eerste pogingen om in de lucht bij te tanken:

‘Ik was een kwartier bezig en zat er steeds naast – iets te ver naar links, naar rechts, te laag.’

De Vulcan-piloten zeiden tegen elkaar dat de manoeuvre even moeilijk was als ‘gekookte spaghetti in het achterste van een kat proppen’.

Luchtzakken, windstoten en turbulentie maken het uiterst lastig om brandstof aan boord te krijgen.

Maar na dagen van intensief oefenen lukte het steeds vaker. Toch maakten de piloten zich zorgen.

Als ze er tijdens de missie niet in slaagden om bij te tanken, zouden ze niet genoeg brandstof hebben om terug te keren en moesten ze een noodlanding maken midden op de oceaan, waar de kans op redding nihil was.

Al snel verschenen er meer beren op de weg.

Weinig woorden boezemen een gevechtspiloot zo veel angst in als ‘luchtdoelraket’. En in een inlichtingenrapport lazen de Vulcan-piloten dat de Argentijnen raketten aan het plaatsen waren rond hun basis bij Port Stanley.

De Argentijnen beschikten over Tigercat-raketten, die de Britten zelf hadden gebouwd. Met hun 18 kilo zware springkop konden deze radargestuurde luchtdoelraketten elk vliegtuig binnen een straal van 5 kilometer neerhalen.

Bij Port Stanley hadden de Argentijnen ook luchtafweergeschut opgesteld, dat honderden granaten per minuut kon afvuren.

De 1,5 meter lange Tigercat-raket wordt nog steeds gebruikt door de Britse marine, die hem Seacat noemt.

De inlichtingenrapporten bezorgden de piloten slapeloze nachten.

‘We moesten in actie komen tegen de Argentijnen, die moderne, radargestuurde kanonnen hadden met grote granaten, waarvan ze er God weet hoeveel per seconde konden afvuren. Ze konden makkelijk een Vulcan neerhalen. Ik zag niet hoe we dit zouden overleven,’ vertelde de piloot Martin Withers later.

Vanwege de sombere vooruitzichten kregen de bemanningsleden opdracht een testament op te stellen. Ze leerden ook hoe ze geheime boodschappen konden doorgeven als ze gevangengenomen werden.

En er was nog meer slecht nieuws op komst.

Op een avond zaten de piloten tv te kijken na hun training toen de Britse staatsomroep BBC de plannen gewoon bekendmaakte op het journaal.

De uitzending begon met beelden van de indrukwekkende vloot die op weg was naar de Falklands, waarna er plotseling Vulcan-vliegtuigen te zien waren.

‘De Royal Air Force heeft Vulcan-atoombommenwerpers geschikt gemaakt voor conventionele bommen. Om de Falklandeilanden te kunnen bereiken, moeten ze opstijgen vanaf Ascension en bijtanken in de lucht.’

Een van de Vulcan-piloten sneerde: ‘Waarom geven ze ook niet meteen de tijd en plaats door?’

Ondanks de onthulling van de BBC ging de missie van start. Op 30 april 1982 stegen kort voor middernacht twee Vulcans en 11 Victor-tankvliegtuigen op.

De tankvliegtuigen moesten de Vulcans onderweg van brandstof voorzien. Maar omdat de Falklandeilanden ook buiten de actieradius van de Victors zelf lagen, moesten die ook de andere Victors bijtanken die bijna de hele weg mee zouden gaan.

RAF-experts hadden een complex schema opgesteld voor wie wanneer wie bijtankte. Naarmate de tanks van de Victors leegraakten, moesten ze omkeren, en uiteindelijk zou één volgetankte Vulcan Port Stanley bereiken.

Maar Operatie Black Buck was nog niet begonnen of de cabinedruk in het commandotoestel van John Reeve viel weg. Hoewel hij moest omkeren, ging de missie door, nu met de 36-jarige Martin Withers als commandant van de enige bommenwerper.

Het grote tankvliegtuig van de RAF, de Handley Page Victor, had een bereik van ruim 9600 kilometer en haalde net als de Vulcan iets meer dan 1000 km/h.

De volgende paar uur verliep alles vlekkeloos, en het bijtanken in de lucht lukte boven verwachting goed. Maar op zo’n twee uur van het doelwit werd de horizon zwart. Onweerswolken pakten zich samen tussen de vliegtuigen en de Falklandeilanden.

Withers wist dat er valwinden zouden ontstaan die het bijna onmogelijk zouden maken om de vlieghoogte constant te houden. En juist op dat moment namen de enige twee overgebleven Victor-tankvliegtuigen hun positie in voor de laatste tankbeurt. De bemanning moest er maar het beste van hopen.

Als de Victors wachtten, zouden ze niet genoeg brandstof hebben om terug te kunnen keren naar Ascension.

Op wonderbaarlijke wijze wisten de twee tankvliegtuigen verbinding te maken, en het bijtanken van het achterste toestel begon. Intussen werd het weer steeds slechter, en plotseling hoorde de achterste piloot iets breken. De lange brandstofslang van zijn Victor had het contact met de drogue verloren.

De tocht naar de Falklandeilanden en terug is meer dan 12.000 kilometer lang. Daarom moet de bommenwerper een paar keer bijtanken in de lucht. Dat geldt ook voor de tankvliegtuigen. Dit alles verloopt volgens een zorgvuldig opgesteld schema.

Bob Tuxford, de piloot van het voorste toestel, wist meteen wat er was gebeurd: de probe van het vliegtuig achter hem was gebroken. Nu kon er geen brandstof meer worden overgebracht.

3600 liter was er in de tank van het tweede toestel gestroomd: slechts de helft van de benodigde hoeveelheid.

Tuxford sloeg aan het rekenen en besefte dat zijn kameraad Ascension niet meer zou kunnen bereiken als hij volgens plan de Vulcan helemaal tot aan de Falklands begeleidde.

De enige oplossing was om van taak te wisselen, maar daarvoor moest Tuxford de brandstof terugkrijgen die hij net had overgeheveld. Dat kostte tijd, want eerst moest Tuxford achter het beschadigde toestel gaan vliegen, dat zijn slang vervolgens moest uitrollen. Dan kon Tuxford proberen zijn probe in de drogue te krijgen – en dat alles terwijl de slang klapperde in de storm.

Intussen was er ook al heel wat brandstof opgebruikt door de twee straalmotoren, maar er was nu geen weg meer terug.

Op het eerste gezicht leek de Falklandoorlog een ongelijke strijd: het kleine Argentinië tegen het machtige Groot-Brittannië. Maar de Argentijnen hadden veel modern wapentuig.

De Argentijnse marine bij de Falklands Vliegdekschepen 1 Kruisers 1 Landingsvaartuigen 1 Destroyers 6 Fregatten 3 Onderzeeërs 4

De Britse marine bij de Falklands Vliegdekschepen 2 Kruisers
 0 Landingsvaartuigen 2 Destroyers 8
 Fregatten 15 Onderzeeërs 6


*Beide landen hadden veel meer wapens en troepen, maar dit waren de aantallen die in actie kwamen in de Falklandoorlog.

Er dreigde nog een gevaar: Tuxford had geen idee of de gebroken probe nog vastzat in zijn drogue. Als dat zo was, zou hij ondanks alle inspanningen geen druppel brandstof kunnen overbrengen naar de Vulcan van Withers.

De minuten voelden als uren terwijl Tuxford zijn toestel in positie bracht en de drogue wist op te vangen. Toen het tanken volbracht was, hadden beide Victors veel meer brandstof verbruikt dan gepland.

Tuxford moest uitrekenen of hij en de bommenwerper genoeg tijd hadden om de missie te volbrengen. Hij kwam erop uit dat de Vulcan net in staat zou zijn om Port Stanley aan te vallen en vervolgens ver genoeg naar het noorden te komen om tankvliegtuigen van Ascension te ontmoeten – als hij Withers 3600 liter extra kon geven.

Dat was 1800 liter minder dan de bedoeling was, maar op deze manier zou ook Tuxford nog genoeg hebben om thuis te kunnen komen. Toen het tijd was voor de laatste tankbeurt voor de bommenwerper, bleek gelukkig dat de drogue intact was.

De Vulcan moest 1000-ponders afwerpen van hetzelfde type dat de Britten in de Tweede Wereldoorlog gebruikten.

Omdat hij Withers vanwege de radiostilte niet kon uitleggen wat er aan de hand was, hevelde hij zo veel brandstof over als hij kon, waarop hij rechtsomkeert maakte.

Withers keek verbijsterd naar zijn meter. Hij had maar de helft van de verwachte hoeveelheid brandstof gekregen van het tankvliegtuig. De vijf mannen aan boord van de Vulcan bevonden zich nu moederziel alleen boven de zuidelijke Atlantische Oceaan, en de opdracht begon steeds meer op een zelfmoordmissie te lijken.

Na acht uur vliegen dook Withers naar 90 meter hoogte om onder de radar van de Argentijnen te komen.

Maar in het donker konden de mannen de Falklandeilanden niet zien liggen. Om hun positie niet prijs te geven, hadden ze hun eigen radar uitgeschakeld, maar nu moest die weer aan, anders zouden ze het doelwit voorbij vliegen.

Toen de radar werd aangezet, was het scherm leeg. De apparatuur werkte niet omdat het toestel te laag vloog. Withers moest dus eventjes klimmen om zich te kunnen oriënteren, al betekende dat dat de Argentijnse radar hem kon oppikken.

‘Boem! Toen verschenen de Falklandeilanden midden op de radar. Maar toen we op 300 meter hoogte waren, ving ik de pings van een zoekradar op,’ aldus Hugh Prior, de officier die over de elektronica aan boord ging.

Op slechts twee minuten van het doelwit registreerde de Vulcan dat een van de radargestuurde luchtafweerkanonnen van de Argentijnen contact maakte. Het kon elk moment het vuur openen. Prior bracht het slechte nieuws over de intercom van het toestel:

‘Echo op radar op 12 uur. Mogelijk Argentijnse zoekradar.’

Vervolgens zette hij het verstoorsysteem aan, dat was gemaakt om de vijandelijke radar om de tuin te leiden en te doen geloven dat het vliegtuig ergens anders was.

Elke 10 seconden hoorde Prior de ping van de vijandelijke radar.

Piloot Martin Withers werd onderscheiden voor zijn moed tijdens Operatie Black Buck. Na de oorlog kreeg hij het Distinguished Flying Cross. Withers verliet de RAF in 1991.

Via de intercom stelde de officier Withers gerust:

Het verstoorsysteem leek zijn werk uitstekend te doen, want de Argentijnen waren nog niet aan het schieten. Vlak voor het doelwit klom de bommenwerper snel om op de juiste hoogte te komen.

Op dat moment hoorden ze het geluid van een radar die probeerde hen in het vizier te krijgen.

‘Doelzoekradar. Matige dreiging. 10 uur. Probeer te jammen,’ rapporteerde Prior.

Nu haalde hij alles uit de kast om de signalen te verstoren, ook met apparatuur die hij eerder niet had ingeschakeld uit angst dat de radiogolven hun positie zouden verraden. Nu was het erop of eronder.

De Vulcan koerste nu recht op het doelwit af. Als de piloot van richting veranderde om aan de signalen van de vijand te ontsnappen, moest hij het doel opnieuw naderen, waardoor het verrassingselement verloren zou gaan.

10 seconden later verdween het geping van de doelzoekradar. Priors tegenmaatregelen hadden gewerkt.

De Vulcan-bommenwerper was een stuk groter dan een jager en slurpte bijna 14.000 liter brandstof per uur.

Een paar tellen later vlogen ze boven het doelwit, dat nog in het donker gehuld was. Withers opende het bommenluik, en een voor een vielen de 21 bommen eruit. Withers draaide zijn 9,5 ton lichtere toestel meteen om en klom steil. Ze moesten maken dat ze wegkwamen voor de hel losbarstte.

In de controletoren in Port Stanley zat de Argentijnse majoor Alberto Iannariello in het donker te staren toen de landingsbaan recht voor hem plotseling explodeerde. De drukgolf rukte hem uit zijn stoel en slingerde hem tegen de muur. De majoor raakte buiten westen.

In de barakken langs de landingsbaan werden de Argentijnse soldaten ruw gewekt. Ze renden naar buiten. Sommigen schreeuwden van angst, anderen omdat ze in hun training geleerd hadden hun mond open te houden tijdens een bombardement, zodat hun trommelvliezen niet scheurden.

Door de rook en het stof zagen ze dat de vliegtuigen langs de landingsbaan verwoest waren. Hangars lagen in puin, en midden op de baan was een enorme krater geslagen.

Een Brits verkenningsvliegtuig bracht de schade later in beeld. Op de landingsbaan in Port Stanley is de bomkrater te zien die Withers sloeg. De reeks kraters links komt van een Vulcan-aanval vier dagen later.

Op dat moment werd de hemel verlicht door machinegeweersalvo’s en raketten. De Argentijnse luchtverdediging was in actie gekomen.

Withers en zijn mannen waren al bijna buiten bereik, maar een voltreffer kon hen nog steeds fataal worden.

De bemanning zag de lichtkogels langs de ramen vliegen en voelde de druk van exploderende granaten. Toen werd het stil. De Britten waren eindelijk buiten bereik van het Argentijnse geschut.

De mannen slaakten een zucht van verlichting en konden aan de lange terugreis beginnen. Als eerste probeerden ze contact te krijgen met het tankvliegtuig dat hen tegemoet zou komen. Maar plotseling klonken er alarmsignalen.

Honderden radarsystemen hadden hen in het vizier. Withers stelde snel vast dat het om het geschut aan boord van de Britse expeditievloot op weg naar de Falklandeilanden ging.

‘Ik deed een schietgebedje en hoopte dat iemand aan boord wist dat wij niet de vijand waren,’ vertelde Prior, die het bericht ‘Superfuse’ verstuurde: het codewoord dat de missie geslaagd was.

Het vliegdekschip HMS Invincible kreeg op 17 september 1982 een feestelijk onthaal. Een armada van particuliere bootjes kwam het tegemoet, en op de marinebasis in Portsmouth stonden duizenden toeschouwers.

De strijd om de Falklandeilanden begon op 1 mei 1982 met het bombardement op Port Stanley door de Vulcans. In de weken daarna werd er steeds heviger gevochten en probeerden de Britten de Argentijnse bezettingstroepen te isoleren.

De oorlog was kort, maar bloedig. Een Britse duikboot bracht de Argentijnse kruiser General Belgrano met 323 man tot zinken. De Argentijnen namen wraak en joegen vanuit de lucht de destroyer HMS Sheffield en drie andere grote schepen naar de kelder. Jachtvliegtuigen vochten felle luchtduels uit. 10 Britse en 35 Argentijnse toestellen gingen verloren.

Op 21 mei landden de eerste Britse troepen op de eilanden, en drie weken later capituleerden de Argentijnen.

Terwijl de Britse vloot triomfantelijk terugkeerde en met veel gejubel werd binnengehaald, betaalde de Argentijnse dictator Galtieri een hoge prijs voor de nederlaag. Drie dagen later trad hij af.

Na een jaar zag de militaire junta zich genoodzaakt vrije verkiezingen uit te schrijven.

Gelukkig pikte de Royal Navy het bericht op en werd de Vulcan niet aangevallen. Niet veel later maakten Withers en Tuxford contact met tankvliegtuigen die hen van brandstof voorzagen voor de tocht naar Ascension.

Operatie Black Buck was tot 2001 de langste bombardementsmissie aller tijden. Er was een Amerikaans B-2 Stealth-toestel nodig om het record te verbreken. Dat stak de Stille Oceaan over om Afghanistan te bombarderen en vloog, na een tankbeurt in de lucht, terug naar Missouri in de VS.

De Vulcan-missie was na afloop omstreden. Was het slechts een stunt van de RAF om te laten zien dat de Britse luchtmacht nog steeds iets voorstelde, of speelde Operatie Black Buck echt een doorslaggevende rol voor de Britse overwinning in de Falklandoorlog?

De Argentijnen repareerden het gat in de landingsbaan provisorisch, waarna transportvliegtuigen met voorraden konden landen. Maar de voltreffer van Withers had ervoor gezorgd dat er tijdens de oorlog geen jachtvliegtuigen opstegen van de basis. Hun kwetsbare landingsgestel had een glad oppervlak nodig.

In de 74 dagen dat de oorlog duurde, voerde de RAF zeven langeafstandsmissies uit met Vulcans.

Rowland White: Vulcan 607, Corgi, 2007 Gordon Smith: Battle Atlas of the Falklands War 1982 by Land, Sea and Air, Lulu Enterprises, 2006

Bonnier Publications International AS Postboks 543 1411 Kolbotn Norge Org. 977041066

Ja, ik ontvang graag de nieuwsbrief van Historia met inspirerende artikelen en reclame voor Historia per mail. Lees verder